achterlijk zijn 1.0
niet bij het volle verstand zijn; gek zijn
Met een negatie vaak ter uitdrukking van het feit dat iemand juist erg intelligent
is.
Algemene voorbeelden
Behalve één passage. Daarin maakt de benoemingscommissie gewag van een reeds door haar op voorhand geselecteerde, dat wil zeggen gevraagde kandidaat [...] die overigens normaal de te volgen procedure zal doorlopen. Sollicitanten moeten wel heel masochistisch en achterlijk zijn, willen zij na deze mededeling nog een briefje schrijven.
'Ik bedoel dat het stomme is,' zei ik, 'dat je natuurlijk nooit meer schoenlapper wil worden als je prins bent geweest, je zou wel achterlijk zijn.'
Van Oel springt woedend op: "Ik ben toch niet achterlijk? Als ik weet dat het 'Bartina' is roep ik verdomme toch geen 'Martina'?"